- Categorie Ondernemingsrecht
mr. Ferre van de Nadort
Allround bedrijfsjurist
Sinds het verdwijnen van de kapitaaleis van € 18.000,–, kiezen steeds meer ondernemers er voor om hun vennootschap onder firma (VOF) om te zetten in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV). De onderneming wordt dan gedreven door een BV, waarmee de hoofdelijke aansprakelijkheid wordt beperkt.
De vennootschap onder firma (VOF) en de besloten vennootschap (BV)
Een belangrijk verschil tussen de VOF en de BV is de rechtspersoonlijkheid en de daaruit voortvloeiende (hoofdelijke) aansprakelijkheid.
De VOF heeft geen rechtspersoonlijkheid. De vennoten zijn daardoor hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Dat houdt in, dat zij elk voor de volledige schuld van de VOF aansprakelijk zijn. Ongeacht de mate waarin zij in de winst delen. Dit betekent dus dat zij gebonden zijn aan alle verplichtingen waaraan de vennootschap wordt verbonden, ook al is dat door hun medevennoot gebeurd. Wanneer de VOF niet aan haar verplichtingen kan voldoen kunnen schuldeiser beide vennoten persoonlijk aanspreken en zullen dat in de meeste gevallen ook doen. Onderlinge afspraken tussen de vennoten binden hen niet en uiteindelijk is vaak de vennoot die privé over het meeste vermogen bezit, degene die uiteindelijk aan het kortste eind trekt.
Bij een BV is dat anders. Omdat de BV rechtspersoonlijkheid heeft, kan zij zelfstandig worden gebonden aan verplichtingen. Dat betekent dus dat degene die de BV rechtmatig vertegenwoordigt, de BV – en niet zichzelf – kan binden. Bij een BV is de aansprakelijkheid in beginsel beperkt tot de kapitaalstorting die is gedaan. Aanvankelijk was er een kapitaaleis (het kapitaal dat bij oprichting moet worden gestort) van € 18.000,–, maar die eis is in 2012 vervallen. Ook hoeft niet langer een verklaring van een accountant bij een inbreng in natura te worden overgelegd. Een BV kan dus met een minimaal oprichtingskapitaal worden opgericht.
Het is trouwens wel noodzakelijk om als bestuurder van een BV te blijven opletten. Als bestuurder van een BV moet u uw taak wel behoorlijk blijven vervullen en heeft u een boekhoud en publicatieplicht. Doet u dat niet, dat bent u in principe alsnog aansprakelijk voor een eventueel (liquidatie)tekort. Ook blijven er andere manieren waarop u aansprakelijk kunt zijn voor schulden van de BV. Bijvoorbeeld omdat u zichzelf borg heeft gesteld voor schulden van de BV.
Een vennootschap onder firma (VOF) omzetten in een besloten vennootschap (BV)
Een VOF omzetten in een BV kan vanuit de hoofdelijke aansprakelijkheid aantrekkelijk zijn. Wellicht heeft het ook fiscale voordelen. Maar de omzetting vergt voorbereiding.
De rechtsvorm (VOF of BV) is in de eerste plaats een juridische aangelegenheid. De verandering is immers een juridisch. De kern daarbij is gelegen in het feit dat een VOF een overeenkomst is tussen de vennoten. Die overeenkomst kan niet tegen derden (anderen) worden ingeroepen. Partijen kunnen immers niet onderling afspraken maken waaraan derden gebonden worden. De VOF is dus een afspraak tussen de vennoten en deze bezit zoals gezegd geen rechtspersoonlijkheid. Bij een BV is dat anders. De BV heeft rechtspersoonlijkheid en derdenwerking. De bestuurders van een BV binden dus niet zichzelf, maar de BV. Derden zullen dat, en de BV met haar statuten, dus moeten respecteren. Een omzetting van een VOF in een BV heeft dus consequenties voor derden.
De positie van met name (bestaande) partijen of schuldeisers zal veranderen. Zo zal bijvoorbeeld de verhuurder van een bedrijfspand waarin de onderneming van de VOF werd gedreven niet automatisch in moeten stemmen met een huurcontract waarbij (uitsluitend) de BV is gebonden. Of wat te denken van eventuele bankleningen, verzekeringen of licenties. Alle lopende contracten zullen moeten worden omgezet, maar niet alle contractpartijen hoeven daar aan mee te werken. Hun instemming is noodzakelijk om in de toekomst de BV en niet de vennoten mede persoonlijk te binden. Met name waar het gaat om duurovereenkomsten (overeenkomsten met een looptijd) kan dat discussie opleveren.
Op de tweede plaats heeft de omzetting fiscale consequenties. Ook die moeten worden onderzocht. Zo is het bijvoorbeeld in beginsel mogelijk dat de onderneming van de VOF geruisloos, dus zonder afrekening van eventuele boekwinst, wordt ingebracht. In sommige gevallen is dat weer beter om dat niet te doen. Zo zullen er ook andere fiscale aspecten die samenhangen met de oprichting van een BV en eventuele structuur moeten worden afgestemd. De fiscale consequenties zijn over het algemeen goed te voorzien.
De staart
Met de omzetting van de VOF in een BV kan dus de aansprakelijkheid in de toekomst voor nieuwe schulden worden beperkt. Dat geldt ook voor contracten die met instemming van de contractpartijen in het vervolgt met de BV worden voortgezet. Dat geldt niet voor aanspraken die zijn ontstaan toen de VOF nog bestond. Daarvoor blijven de (ex)vennoten hoofdelijk aansprakelijk. Die aanspraken zullen trouwens naar verloop van tijd verdwijnen.
Omdat een goede omzetting van een VOF in een BV complex kan zijn, is het verstandig om u daarbij door één van onze specialisten te laten begeleiden. Neemt u gerust met ons contact op voor een vrijblijvend intakegesprek.